Hoe wordt lichamelijke schade begroot?

 

Een deskundige – geneesheer onderzoekt het slachtoffer en bepaalt de percentages voor de persoonlijke, huishoudelijke en economische ongeschiktheid.  Indien de deskundige vaststelt dat bepaalde gevolgen van letsels, omwille van hun specifieke kenmerken niet kunnen ondergebracht worden onder de persoonlijke ongeschiktheid, maakt hij hiervan melding onder de rubriek bijzondere schade (pijnen, esthetische schade, seksuele schade of genoegenschade).

Op grond van de besluiten van de deskundige kan dan de lichamelijke schade begroot worden door middel van gebruik te maken van de forfaitaire bedrage en principes uit de indicatieve tabel.

Om de vier jaar publiceren de magistraten uit verschillende Politierechtbanken, Rechtbanken van eerste aanleg en Hof van beroep een indicatieve tabel met forfaitaire bedragen als hulpmiddel om lichamelijke schade te begroten en de schadevergoeding te bepalen.    Het is geen wet maar wel een nuttig instrument om partijen de magistraten te helpen om de schadevergoeding voor lichamelijke letsels te bepalen.

In het Tijdschrift van de Politierechters van oktober, november en december 2024 (uitgegeven door Die Keure) publiceerden de magistraten een nieuwe indicatieve tabel 2024.

Deze nieuwe indicatieve tabel legt enkele nieuwe accenten ten opzichte van de vorige indicatieve tabel van 2020 en verhoogt de forfaits als volgt:

 

  1. Een hoger forfait voor niet-gekwalificeerde hulp van derden

De omstandigheid dat de hulp van derden wordt verleend door een naaste van het slachtoffer vormt geen beletsel om deze te vergoeden.  Het forfait voor deze niet- gekwalificeerde hulp van derden was in de indicatieve tabel 2020 bepaald op 10,00 euro per gepresteerd uur.   Dit forfait werd in de nieuwe indicatieve tabel van 2024 opgetrokken naar 11,50 euro per gepresteerd uur.

 

  1. Een hoger forfait voor persoonlijke ongeschiktheid

Het forfait voor de tijdelijke persoonlijke ongeschiktheid bedroeg in de indicatieve tabel 2020 34,00 euro per gewone dag hospitalisatie en/of per dag revalidatie in een gespecialiseerd centrum en in alle andere gevallen 28,00 euro per dag tijdelijke ongeschiktheid aan 100% en vervolgens pro rata het door de deskundige- geneesheer toegekende percentage.  Deze forfaits werden in de indicatieve tabel 2024 opgetrokken naar 39,00 euro per gewone dag hospitalisatie en/of per dag revalidatie in een gespecialiseerd centrum, en in alle andere gevallen 32,00 euro per dag tijdelijke ongeschiktheid aan 100% en vervolgens pro rata het door de deskundige- geneesheer toegekende percentage.

 

  1. Hogere forfaits per dag voor bijzondere tijdelijke pijnen (quantum doloris) op een schaal van 1 tot 7 als volgt:
  • 1/7 : 1,15 euro in plaats van voorheen 1,00 euro
  • 2/7 : 3,50 euro in plaats van voorheen 3,00 euro
  • 3/7 : 7,00 euro in plaats van voorheen 6,00 euro
  • 4/7 : 11,50 euro in plaats van voorheen 10,00 euro
  • 5/7 : 17,00 euro in plaats van voorheen 15,00 euro
  • 6/7 : 24,00 euro in plaats van voorheen 21,00 euro
  • 7/7 : 32,00 euro in plaats van voorheen 28,00 euro

 

  1. Een hogere waardering voor de huishoudelijke schade

De indicatieve tabel 2020 voorzag in een forfait van 20,00 euro per dag tijdelijke huishoudelijke ongeschiktheid aan 100% en vervolgens pro rata, zowel voor een alleenstaande als voor een gezin zonder kinderlast en verhoogd met 7,00 euro per kind ten laste.  Deze forfaits worden aangepast in functie van de bijdrage die elke partner in het huishouden levert hetgeen bij gebreke aan concrete gegevens opgesplitst wordt in een bijdrage van 65% voor de vrouw en 35% voor de man.

Deze forfaits werden in de indicatieve tabel 2024 aanzienlijk opgetrokken van 20,00 euro per dag naar 30,00 euro per dag, verhoogd met 10,00 euro per kind te laste.

 

  1. Een hoger forfait voor verhoogde inspanningen

Indien bij de herneming van de professionele activiteiten er verhoogde inspanningen worden geleverd omdat er nog economische ongeschiktheid aanwezig is, dan werd in de indicatieve tabel 2020 hiervoor een forfaitaire vergoeding van 25,00 euro per gepresteerde dag voorzien aan 100% economische ongeschiktheid en dit vanaf de herneming van de professionele activiteit.  Dit forfait werd in de indicatieve tabel 2024 opgetrokken naar 30,00 euro.

 

  1. Hogere forfaits voor verhoogde inspanningen tijdens de studies

Indien een student, ondanks zijn ongeschiktheid, verhoogde inspanningen levert om zijn studies voort te zetten, kan hiervoor een vergoeding worden toegekend.   De forfaits in de indicatieve tabel 2024 werden opgetrokken ten opzichte van deze in de indicatieve tabel 2020 als volgt:

  • Lager onderwijs : 5,00 euro per dag werd verhoogd naar 6,00 euro per dag
  • Middelbaar onderwijs : 10,00 euro per dag werd verhoogd naar 12,00 euro per dag
  • Hoger en universitair onderwijs : 15,00 euro per dag werd verhoogd naar 17,00 euro per dag.

 

Ook de forfaits voor de kosten van een verloren studiejaar werden opgetrokken als volgt:

  • Lager onderwijs : 400,00 euro werd verhoogd naar 500,00 euro
  • Middelbaar onderwijs : 1.000,00 euro werd verhoogd naar 500,00 euro
  • Hoger en universitair onderwijs : 2.500,00 euro + huuruitgaven kot werd verhoogd naar 500,00 euro + huuruitgaven kot

 

Het verlies van een studiejaar kan tevens gepaard gaan met specifieke morele schade wegens het verlies van bijzondere schoolactiviteiten en de frustratie van de leerling/student ingevolge de invloed op zijn studietraject.   In de indicatieve tabel 2020 werd daarvoor een forfait aanbevolen van 2.500,00 euro voor lager en middelbaar onderwijs en een forfait van 3.800,00 voor hoger en universitair onderwijs.   In de indicatieve tabel van 2024 wordt daarvoor nog slechts één forfait geadviseerd van 3.000,00 euro voor als onderwijsvormen.

 

  1. Wat de rente voor de blijvende schade betreft

Zodra de letsels niet meer evolueren spreken we van consolidatie.  Als er dan nog restletsels zijn dan is er sprake over blijvende schade.   Er zijn drie methoden om de blijvende schade te vergoeden, zijnde een rente, kapitalisatie of de toekenning van een forfait.

Innoverend hierbij is dat in de indicatieve tabel 2024 staat dat de rechter een rente kan opleggen ook al wordt zij niet gevorderd door partijen, wanneer doorslaggevende motieven in verband met de bescherming van de benadeelde dit verantwoorden.   Dit is een goede zaak. Zo zal bijvoorbeeld een jong slachtoffer met zware lichamelijke letsels meer gebaat zijn met een maandelijks of jaarlijkse rente tot aan zijn/haar pensioen of tot het einde van zijn/haar leven, dan het ineens ontvangen van een kapitaal dat hij/zij dan moet beheren om tot aan zijn pensioen en/of leven de kosten te dekken.   Als het kapitaal uitgeput is vooraleer het pensioen bereikt wordt of vooraleer het leven ten einde is, zal dit slachtoffer in de kou blijven.  Met het toekennen van een maandelijkse of jaarlijkse rente kan dergelijk drama vermeden worden.

 

  1. Wat de rentevoet voor kapitalisatie van blijvende schade betreft

Een tweede methode voor vergoeding van blijvende schade is deze door kapitalisatie.  Dit is de omzetting van een rente in één kapitaal over de periode waarover de vergoeding na de rechtelijke uitspraak of minnelijke regeling verschuldigd is.  De te hanteren kapitalisatiecoëfficiënten worden bepaald in functie van statistische gegevens op het ogenblik van de uitspraak of de minnelijke regeling.  Rekening houdend met de actuele rendementen van financiële beleggingen of investeringen waarover het slachtoffer beschikt, evenals het vrije gebruik dat deze heeft over het kapitaal dat hem/haar voortijdig ter beschikking wordt gesteld wordt in de indicatieve tabel een rentevoet aanbevolen die in aanmerking kan genomen worden.   Deze rentevoet is het verschil tussen de beleggingsopbrengst en het percentage van de inflatie (= technische rentevoet).  De indicatieve tabel 2020 voorzag in een rentevoet van 1%.    Dit werd aangepast.   De indicatieve tabel 2024 voorziet in een rentevoet van 0,5% bij kapitalisatie over een periode van minder dan 15 jaar en 1% bij kapitalisatie over een periode van meer dan 15 jaar.  Hoe lager de rentevoet hoe voordeliger voor het slachtoffer.

 

  1. Hogere forfaits voor blijvende schade

Een derde wijze van vergoeding van blijvende schade is de toekenning van een forfaitair bedrag.  De forfaits die hiervoor voorzien zijn in de indicatieve tabel 2024 zijn aanzienlijk verhoogd in vergelijking met deze uit de indicatieve tabel 2020.    In de indicatieve tabel 2024 varieert het forfait tussen een vork van 3.660,00 euro per punt ongeschiktheid voor personen tot 15 jaar  tot 495,00 € per punt ongeschiktheid voor personen van 85 jaar en meer.      Dit was in de indicatieve tabel 2020 nog een stuk lager.  Daar varieerde het forfait tussen een vork van 1.220,00 euro per punt ongeschiktheid voor personen tot 15 jaar tot 165,00 euro voor personen van 85 jaar of meer.

 

  1. Hogere forfaits voor esthetische schade

Indien het slachtoffer door de feiten esthetisch ontsiert is kan hiervoor een schadevergoeding gevorderd worden.    Deze schade wordt door de deskundige-geneesheer begroot op een schaal van 1 tot  7 (schaal van Julin).   Per leeftijdscategorie en schaal worden verschillende forfaits vooropgesteld.   Deze varieerden in de indicatieve tabel 2020 in een vork van 540,00 euro voor een schaal 1/7 in de leeftijdscategorie 0 tot 10 jaar tot 6.400,00 euro voor een schaal 7/7 in de leeftijdscategorie 81 jaar en ouder.     Deze forfaits zijn opgetrokken in de indicatieve tabel 2024 in een vork van 620,00 euro voor een schaal 1/7 in de leeftijdscategorie 0 tot 10 jaar tot 7.360,00 euro voor een schaal 7/7 in de leeftijdscategorie 81 jaar en ouder.

 

  1. Een vork met forfaitaire bedragen voor morele schade na overlijden en dit in functie van de vermoede intensiteit van de affectieve band met het slachtoffer en met de specifieke omstandigheden.

Hierover is er veel ophef.   In de indicatieve tabel 2020 was slechts een forfait voorzien per categorie en werd een onderscheid gemaakt tussen inwonend slachtoffer/begunstigen of niet inwonend.    Het onderscheid inwonend/niet inwonend is in de indicatieve tabel 2024 verdwenen en voor de verschillende begunstigen wordt een vork voorzien tussen een minimum van forfaits die overeenstemmen met de forfaits uit de indicatieve tabel 2020 en een veel hoger maximum forfait.   Het zal voor de nabestaande van het overleden slachtoffer een kwestie zijn van de rechter of tegenpartij te overtuigen welk forfait dient toegepast te worden.   Het hoeft geen betoog dat dit tot meer rechtszaken aanleiding zal geven.

 

Hoe wordt voertuigschade begroot?

De indicatieve tabel voorziet ook in principes en forfaits om de voertuigschade te begroten.   Ook daar wordt deze schade eerst begroot door een deskundige-auto expert.  Op grond daarvan kan aan de hand van de indicatieve tabel de schade begroot worden.   De forfaits voor gebruiksderving die hiervoor vooropgesteld werden in de indicatieve tabel 2024 zijn hoger dan deze uit de indicatieve tabel 2020.   Zo wordt bijvoorbeeld voor een personenwagen het forfait verhoogd van 20,00 euro/dag naar 23,00 euro per dag.  Het forfait voor verplaatsingskosten werd verhoogd van 0,35 euro/km naar 0,42 euro per dag voor autovervoer.

 

Hoe wordt kledijschade begroot?

Wanneer het slachtoffer het bestaan van dergelijke schade aannemelijk kan maken, maar de omvang ervan wordt niet precies bewezen dan werd in de indicatieve tabel 2020 daarvoor een forfait van 375,00 euro voorzien, vetusteit inbegrepen.     Dit forfait werd in de indicatieve tabel 2024 opgetrokken naar 400,00 euro.

 

Voormelde uiteenzetting is geenszins een volledig overzicht. Het betreft een korte beperkte uiteenzetting. Het gebruik van dit materiaal geldt onder voorbehoud van alle rechten en zonder enige nadelige erkentenis, noch verzaking. MMjustice advocaten kunnen niet aansprakelijk gesteld worden op grond van deze informatie.

Laatst geüpdatet op 14/01/2025

Contacteer ons