De meeste huurcontracten bepalen dat de huurder een huurwaarborg moet stellen. De verhuurder wil op die manier garantie dat hij niet met lege handen achterblijft als de huurder zijn verplichtingen niet (volledig) nakomt. Zo kan de verhuurder die bij het einde van de huurovereenkomst schade vaststelt aan de huurwoning, overeenkomen met de huurder om hiervoor een bedrag van de huurwaarborg af te houden. De verhuurder is niet verplicht om een huurwaarborg te eisen, maar het is ten zeerste aangeraden om dit toch te eisen. Indien er een huurwaarborg wordt gevraagd, dient men de volgende regels te respecteren:
- De huurwaarborg mag nooit meer bedragen dan drie maanden huur;
- De huurwaarborg kan enkel worden samengesteld op één van de manieren die het Vlaams Woninghuurdecreet voorziet. Het is niet toegestaan om een combinatie van waarborgen te stellen of om de waarborg samen te stellen op een andere manier die niet in het Vlaams Woninghuurdecreet is voorzien. Het is de huurder die kiest hoe hij de huurwaarborg stelt (enkel met de borgstelling moet de verhuurder akkoord gaan). De huurder kan daarbij kiezen tussen:
- De geïndividualiseerde rekening: men kan de waarborg plaatsen op een geblokkeerde bankrekening op naam van de huurder. De interest wordt gekapitaliseerd ten voordele van de huurder. De verhuurder heeft een voorrecht op het actief van deze rekening, als de huurder zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. Via een standaardformulier te verkrijgen bij uw bankkantoor kan de huurder aantonen dat hij de waarborg op een geblokkeerde rekening heeft gesteld.
- De zakelijke zekerheidsstelling: de huurder kan een zakelijke zekerheidsstelling bij een financiële instelling op zijn naam stellen. Dat kan bijvoorbeeld een kapitalisatiebon of een obligatie zijn. De interest wordt gekapitaliseerd ten voordele van de huurder. De verhuurder heeft een voorrecht op het actief van deze rekening, als de huurder zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. Via een standaardformulier te verkrijgen op het bankkantoor kan hij aan de verhuurder aantonen dat hij de waarborg heeft gesteld.
- De bankwaarborg via een typecontract tussen het OCMW en een financiële instelling: huurders die moeilijkheden hebben om de huurwaarborg te betalen, kunnen terecht bij het OCMW dat een verzoek zal indienen bij een financiële instelling. De huurder kan via een standaardformulier aan de verhuurder aantonen dat hij de waarborg heeft gestel
- Borgstelling: de huurder kan ook vragen dat iemand anders zich borg stelt voor zijn huurdersverplichtingen. Dat kan alleen als de verhuurder ermee akkoord gaat. De borg moet instaan voor alle plichten van de huurder, zoals het betalen van huurschade en huurachterstand. De borgstelling geldt niet alleen voor de looptijd van de huurovereenkomst, maar ook bij verlenging van de huurovereenkomst of bij omzetting naar een huurovereenkomst van negen jaar. Bij een nieuwe huurovereenkomst tussen dezelfde huurder en verhuurder blijft de borgstelling niet doorlopen.