Alle stukken omtrent uw schade zullen opgevraagd worden. Het Europees aanrijdingsformulier of strafdossier is daarbij zowat het meest belangrijke stuk. Aan de hand daarvan wordt de schade berekend of indien dit nog niet mogelijk is wordt een provisie gevorderd meer de aanstelling van een gerechtsdeskundige.
Het strafdossier wordt geanalyseerd en de inhoud zal u meegedeeld worden.
Is de zaak aanhangig voor de Politierechtbank zetelend in strafzaken, dan wordt een nota burgerlijke partijstelling opgemaakt om uw vordering ter zitting te stellen. Mocht er discussie omtrent de aansprakelijkheid van tegenpartij zijn, dan wordt u daarin verdedigd.
Werd de zaak geseponeerd door het Openbaar Ministerie of is er geen strafdossier, dan wordt uw vordering aanhangig gemaakt voor de Politierechtbank zetelend in burgerlijke zaken. Doch voorafgaand wordt de tegenpartij steeds in gebreke gesteld en nagegaan of er geen minnelijke regeling mogelijk is.
De zaak wordt in staat gesteld door het wisselen van besluiten met de tegenpartij(en).
Indien nodig wordt een gerechtsdeskundige gevraagd aan de rechtbank om de schade definitief te kunnen begroten en zal desgevallend een raadsdokter aangezocht worden om u bij te staan tijdens de expertise.
Ter zitting worden uw belangen verdedigd.
Zodra de uitspraak gekend is, wordt dit u meegedeeld en er wordt nagegaan of hoger beroep aangewezen is, waarvoor dan verder het nodige wordt gedaan.
In hoger beroep wordt de zaak behandeld voor een college van 3 rechters. Dit is de laatste aanleg in feite. Daarna zal enkel nog cassatieberoep mogelijk zijn voor inbreuken op de wet.
Voor de zwakke weggebruikers (fietsers, voetgangers) of passagiers in een motorvoertuig die schade leden door een verkeersongeval op de openbare weg, kan op grond van artikel 29bis van de Wet 21 november 1989 schadeloosstelling bekomen worden van de verzekeraar van een betrokken motorrijtuig voor lichamelijke schade, schade uit overlijden en kledijschade, op uitzondering van stoffelijke schade (zoals fietsschade).
In de volgende situaties kan het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds een vergoeding betalen binnen de bepalingen van de wet :
- als de tegenpartij onbekend is;
- als het aansprakelijke voertuig niet verzekerd is;
- als de auto gestolen werd, en de dief een ongeluk veroorzaakte met het gestolen voertuig;
- bij een toevallig feit: als de dader door overmacht het ongeluk heeft veroorzaakt. Bij overmacht heeft hij geen fout gemaakt. Hij is dus niet aansprakelijk voor de schade en zijn verzekeraar moet in dat geval ook geen schadevergoeding uitkeren aan het slachtoffer. De dader kan bijvoorbeeld door een klapband of een hartaanval de controle over zijn stuur hebben verloren;
- als de verzekeraar niet kan betalen, bijvoorbeeld omdat zij failliet is;
- als de verzekeraar niet heeft gereageerd binnen de wettelijke termijnen op een aanvraag tot vergoeding;
- als een buitenlandse verzekeraar geen schaderegelaar in België heeft aangeduid.
In de meerderheid van de gevallen kan beroep gedaan worden op de BA polis motorvoertuigen of familiale verzekering om rechtsbijstand te genieten, zodat u kosteloos op MM JUSTICE advocaten beroep zal kunnen doen binnen de grenzen van de dekking. Neem vrijblijvend contact op zodat we kunnen nagaan of dit ook voor U het geval is.
Contacteer ons